Nieuwsbericht | 17-11-2014 | rijksoverheid

De AOW-leeftijd gaat, zoals in het regeerakkoord aangekondigd, vanaf 2016 versneld omhoog: naar 66 jaar in 2018 en 67 jaar in 2021. Voor mensen met een lager inkomen geldt een tijdelijke overbruggingsregeling, onder de voorwaarden uit het Sociaal Akkoord. Dat betekent dat mensen die voor 1 januari 2013 deelnamen aan een VUT of prepensioen of vergelijkbare regeling recht hebben op een overbruggingsuitkering op minimumniveau. Staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid dient vandaag een wetsvoorstel hierover in bij de Tweede Kamer.

Overbruggingsregeling

De tijdelijke overbruggingsregeling staat open voor mensen die voor 1 januari 2013 al deelnamen aan een VUT of prepensioen of vergelijkbare regeling. Deze regeling biedt  mensen die geen of te weinig (gezamenlijk) inkomen hebben in de periode tussen 65 jaar en de verhoogde AOW-leeftijd ter overbrugging een uitkering op minimumniveau. Voor alleenstaanden is de  inkomensgrens tot 200% van het wettelijk minimumloon (WML). Dat is een bruto maandbedrag van 2971,20 euro. Voor samenwonenden geldt een gezamenlijk inkomensgrens van 300 % van het WML. Dat is een bruto maandbedrag van 4456,80.

Noodzaak verhoging

De verhoging van de AOW-leeftijd is nodig omdat mensen steeds ouder worden en daarom langer een AOW-uitkering nodig hebben. Daarnaast staat de betaalbaarheid van ons stelsel onder druk door de economische crisis van de afgelopen jaren. Om dit te betalen moeten we iets langer doorwerken en is een versnelde verhoging van de AOW-leeftijd nodig. Zo blijft de AOW houdbaar als belangrijke basisvoorziening voor iedereen. Mede dankzij de AOW behoort de armoede onder ouderen in Nederland tot de laagste in Europa.

Verhoging AOW-leeftijd

De AOW-leeftijd wordt vanaf 2016 in stappen van 3 maanden verhoogd en vanaf 2018 in stappen van 4 maanden. Daarmee wordt de AOW-leeftijd 66 jaar in 2018 en 67 jaar in 2021. Vanaf 2022 wordt de AOW-leeftijd gekoppeld aan de levensverwachting. De verhoging vindt plaats volgens onderstaand tijdspad.

 

Verhoging in Verhoging in maanden AOW-leeftijd Betreft personen geboren:
2013 1 65 + 1 maand na 31 december 1947 en voor 1 december 1948
2014 1 65 + 2 maanden na 30 november 1948 en voor 1 november 1949
2015 1 65 + 3 maanden na 31 oktober 1949 en voor 1 oktober 1950
2016 3 65 + 6 maanden na 30 september 1950 en voor 1 juli 1951
2017 3 65 + 9 maanden na 30 juni 1951 en voor 1 april 1952
2018 3 66 na 31 maart 1952 en voor 1 januari 1953
2019 4 66 + 4 maanden na 31 december 1952 en voor 1 september 1953
2020 4 66 + 8 maanden na 31 augustus 1953 en voor 1 mei 1954
2021 4 67 na 30 april 1954 en voor 1 januari 1955