Huizenbezitters met een gedaald inkomen of met een hypotheek die ‘onder water’ staat, zitten met hun hypotheek vaak vast aan hun huidige bank. Dat wil echter niet zeggen dat zij daarmee slechter af zijn.

Dat stelt de Autoriteit Consument & Markt (ACM). De toezichthouder deed onderzoek naar overstapproblemen voor consumenten met een hypotheek die niet voldoet aan de leennormen. Er zijn in Nederland naar schatting honderdduizenden huizenbezitters die niet of heel moeilijk kunnen overstappen. Overstappen naar een andere bank lukt meestal niet omdat de nieuwe bank de ‘overstapper’ weigert.

De bank van de huizenbezitter maakt na het aflopen van de rentevaste periode van de hypotheek geen nieuwe risicobeoordeling. Dat is gunstig voor huizenbezitters waarbij het inkomen of de waarde van de woning is gedaald. Het nieuwe rentepercentage wordt niet hoger vanwege de gestegen risico’s voor de bank. Bij het overstappen maakt een nieuwe bank op basis van de huidige waarde van het huis en het huidige inkomen wél een nieuwe risicobeoordeling. Dat kan leiden tot een weigering om de hypotheek over te sluiten.

Banken mogen zelf bepalen of zij ‘overstappers’ accepteren waarbij het inkomen of de waarde van de woning is gedaald. ACM ziet dat banken hiermee verschillend omgaan en dat geeft onduidelijkheid in de praktijk. De toezichthouder vindt dat banken duidelijker moeten zijn over de overstapmogelijkheden van deze huizenbezitters. “De Nederlandse Vereniging van Banken pakt deze handschoen op. Het informatiepunt over restschulden dat de banken begin volgend jaar willen openen, zal leiden tot meer transparantie, ook op dit punt.”